Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, ik zal een huis voor den Naam des HEEREN, mijns Gods, bouwen, om [10]Hem te heiligen, om reukwerk der welriekende specerijen voor Zijn aangezicht aan te steken, en [voor] de toerichting des [11]gedurigen [broods], en [voor] de brandofferen des morgens en des avonds, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden des HEEREN, onzes Gods; hetwelk [12]voor eeuwig is in Israel. 10. Dat is, hem ter ere en den mensen ter zaligheid wijde tot de openbare en plechtige werken van den heiligen godsdienst. Vergelijk Lev.8:10. 11. Versta, de twaalf toonbroden, genoemd een gedurig brood, Num.4:7, omdat zij altijd op de heilige tafel moesten liggen, zijnde tot zulk een einde daarop vernieuwd telken sabbatdag; Ex.25:30; Lev.24:8. 12. Hebreeuws, in eeuwigheid; dat is, gedurende den tijd der wet. Zie Gen.13:15.